>>

[Jozef Van Breuseghem]

Het begin van een bebouwde kom in de betekenis van de wegcode, herken je niet zozeer aan de huizen langs de weg, maar wel aan de verkeersborden F1a of F1b.

F1a F1a F1b F1b

Het einde van een bebouwde kom herken je aan de verkeersborden F3a of F3b.

F3a F3a F3b F3b

Vrijwel iedereen weet dat je in een bebouwde kom niet sneller mag rijden dan 50km/u, tenzij het nog anders (trager of sneller) is aangeduid. Maar er zijn nog heel wat meer regels die horen bij een bebouwde kom.


Aangezien we toch een Fietsersbondafdeling zijn, beginnen we met de regels die van belang zijn voor fietsers.

• Zoals algemeen gekend, mag je in een bebouwde kom niet sneller rijden dan 50km/u. Voor de meeste fietsers zal dat geen probleem vormen, maar je weet maar nooit .
  Mogelijk moet trager gereden worden of is sneller rijden toegelaten in een bebouwde kom. Dat moet dan aangeduid worden met een verkeersbord C43.
  C43
  Die maximum snelheid blijft geldig tot aan het volgende kruispunt of tot een verkeersbord C45, al naargelang wat eerst komt.
  C45
  Vanaf dan geldt weer de maximum snelheid 50km/u van de bebouwde kom.
  
  Tragere snelheden kunnen ook aangeduid worden met zoneborden F4a, borden van erven F12a (20km/u, ook voor fietsers!) of van een fietsstraat F111 (30km/u).
  F4a F12a F111
  Vanaf de overeenkomstige einde-borden F4b, F12b en F113 geldt weer de maximum snelheid 50km/u van de bebouwde kom.
  F4b F12b F113
  
  Als het verkeersbord C43 met 30km/u geplaatst is boven het verkeersbord dat het begin aanduidt van een bebouwde kom, dan geldt die snelheidsbeperking voor gans de bebouwde kom.
  Alle snelheidsbeperkingen vervallen ook op het einde van een bebouwde kom.
  (Artikels 11.1, 71.2, 22quater, 22bis, 22novies en 68.3.C43 van het verkeersreglement.)
  
  
• Binnen de bebouwde kom, als fietsers de rijbaan volgen en die rijbaan breed genoeg is zodat tegemoetkomende auto's veilig en zonder problemen kunnen passeren ("kruisen"), mogen die fietsers altijd met twee naast elkaar rijden. Als een auto achterop komt die niet kan inhalen omdat er een tegenligger komt, mogen fietsers nog altijd met twee naast elkaar blijven rijden en moet de autobestuurder achter hen blijven tot veilig inhalen mogelijk is.
  Met een aanhangwagen aan een fiets gekoppeld mogen fietsers niet naast elkaar rijden.
  Als fietsers een rijstrook mogen volgen van het openbaar vervoer, van leerlingenvervoer of overrijdbare beddingen, moeten ze eveneens achter elkaar rijden.
  Buiten de bebouwde kom mogen fietsers op de rijbaan ook met twee naast elkaar rijden, maar bij het naderen van een achteropkomende auto moeten ze achter elkaar rijden.
  (Artikel 43.2 van het verkeersreglement.)
  
  
• Binnen de bebouwde kom, als een autobus of trolleybus van het openbaar vervoer met de richtingaanwijzers te kennen geeft dat hij zijn halteplaats wil verlaten, moet elke bestuurder (ook een fietser!) daarvoor vertragen, en zo nodig stoppen.
  (Artikel 39 van het verkeersreglement.)
  
  
• Binnen de bebouwde kom mag het geluidstoestel, dus ook de fietsbel, enkel gebruikt worden om een noodzakelijke waarschuwing te geven om een ongeval te voorkomen. Als je een bestuurder moet waarschuwen die je wil inhalen, mag je dat alleen doen buiten de bebouwde kom.
  (Artikel 33.2 van het verkeersreglement.)
  
  
• Tenslotte nog iets wat alleen toegelaten is buiten de bebouwde kom. Als daar geen fietspad is, mogen fietsers rechts van de rijbaan op het voetpad of op de verhoogde berm rijden. Ze moeten daarbij wel voorrang verlenen aan de andere weggebruikers op dat voetpad of die verhoogde berm.
  (Artikel 9.1.2.4° van het verkeersreglement.)

Minder van belang voor fietsers, maar wel voor automobilisten, motorfietsers, ...

• Binnen de bebouwde kom mogen rijstroken gevolgd worden die het best aan de bestemming beantwoorden.
  (Artikel 9.4 van het verkeersreglement.)
  
  
• Buiten de bebouwde kom gelden andere regels voor het inhalen voor vrachtwagens van meer dan 3,5 ton.
  (Artikels 17.2.7° en 17.2bis van het verkeersreglement.)
  
  
• Buiten de bebouwde kom gelden andere regels voor de afstand tussen voertuigen van meer dan 7,5 ton of slepen van langer dan 7 meter.
  (Artikel 18.2 van het verkeersreglement.)
  
  
• Buiten de bebouwde kom gelden andere regels voor de afstand tussen auto's die in konvooi rijden.
  (Artikels 18.3 en 18.4 van het verkeersreglement.)
  
  
• Binnen of buiten de bebouwde kom gelden andere regels voor het stilstaan en parkeren.
  (Artikels 23.1.2°, 24.1°, 25.8° en 25.13° van het verkeersreglement.)
  
  
• Er bestaat een verkeersbord E11 voor halfmaandelijks beurtelings parkeren, dat geldig is in gans de bebouwde kom.
  E11
  (Artikels 26 en 70.3 van het verkeersreglement.)
  
  
• Binnen de bebouwde kom gelden andere regels voor het langdurig parkeren van auto's, slepen en aanhangwagens van meer dan 7,5 ton.
  (Artikel 27.5.2 van het verkeersreglement.)
  
  
• Binnen de bebouwde kom gelden andere regels voor het gebruik van de standlichten.
  (Artikel 31.1.1.3° van het verkeersreglement.)
  
  
• Binnen of buiten de bebouwde kom gelden andere regels voor het plaatsen van een gevaarsdriehoek.
  (Artikel 51.2 van het verkeersreglement.)

Er zijn zelfs regels van belang voor dieren.

• Buiten de bebouwde kom mogen trek-, last- en rijdieren of vee de rechtse gelijkgrondse berm volgen.
  (Artikel 9.1.3 van het verkeersreglement.)
  
  
• Binnen de bebouwde kom mag men dieren niet laten galopperen.
  (Artikel 55.3 van het verkeersregelement.)

Maar vooral voor wegbeheerders betaan er regels voor de bebouwde kom.

• De minimum afmetingen, de plaatsingen en de opschriften van de verkeersborden die het begin en het einde van een bebouwde kom aanduiden, worden nauwkeurig omschreven.
  (Artikel 12.1 van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• De minimum afmetingen van de andere verkeersborden verschillen binnen of buiten een bebouwde kom.
  (Artikels 6.4.1 en 6.4.2 van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Als het verkeersbord C43 met 30km/u geplaatst is boven de verkeersborden die het begin aanduiden van een bebouwde kom, dan moet het verkeersbord C45 met 30km/u geplaatst worden boven de verkeersborden die het einde aanduiden van die bebouwde kom.
  C43 C45
  (Artikel 68.3.C45 van het verkeersreglement.)
  
  
• Wanneer 30km/u geldt in gans de bebouwde kom, moet de bebouwde kom daarop ingericht zijn en mogen geen verkeersborden B9 voorkomen in die bebouwde kom.
  B9
  (Artikel 9.9.5° van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Binnen een bebouwde kom mogen geen verkeersborden C43 met 50km/u voorkomen.
  C43
  (Artikel 9.9.2° van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Aan een verkeersbord C43 met 50km/u mag enkel een zonale geldigheid toegekend worden buiten een bebouwde kom.
  C43
  (Artikel 6.7.1.1° van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Buiten een bebouwde kom moeten snelheidsbeperkingen met een verschil van meer dan 20km/u, vooraf aangekondigd worden met een onderbord.
  (Artikel 9.9.3° van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Wanneer een zone over de grens van een bebouwde kom loopt, moet het zonebord herhaald worden op het einde van die bebouwde kom.
  (Artikel 65.5.10 van het verkeersreglement.)
  
  
• Buiten een bebouwde kom mogen niet meer dan twee symbolen voorkomen op een verbodsbord. Binnen een bebouwde kom maximum drie.
  (Artikel 9.3 van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Buiten een bebouwde kom moet het gevaarsbord A25 geplaatst worden voor fietsoversteekplaatsen.
  A25
  (Artikel 7.8 van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Buiten een bebouwde kom moet het gevaarsbord A33 geplaatst worden, als de driekleurige verkeerslichten niet kunnen gezien worden vanop een afstand van ongeveeer 150m.
  A33
  (Artikel 7.10 van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Binnen de bebouwde kom moeten de voorrangsborden B3 en B7 niet geplaatst worden om respectievelijk een onvoldoende zichtbare B1 of elke B5 aan te kondigen (het mag wel).
  B3 B1 B7 B5
  (Artikels 8.2.2°.a en 8.4.2°.a van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Buiten de bebouwde kom moet het voorrangsbord B13 geplaatst worden als het voorrangsbord B11 niet waarneembaar is op ongeveer 100m.
  B13 B11
  (Artikel 8.7.1°.a van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Binnen de bebouwde kom mag het voorrangsbord B13 niet geplaatst worden.
  B13
  (Artikel 8.7.3°.b van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Alleen binnen de bebouwde kom, en dan nog uitzonderlijk, is de plaatsing van de verkeersborden E9a of E9b toegelaten op een rijbaan die verdeeld is in rijstroken.
  E9a E9b
  (Artikel 11.3.2° van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Het verkeersbord E11 moet geplaatst worden in het midden bovenop de verkeersborden die het begin aanduiden van een bebouwde kom.
  E11
  (Artikel 11.5.1 van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• De afstand van voorwegwijzers F25 en F27 tot kruispunten is ongeveer minstens 200m buiten de bebouwde kom, en 100m binnen de bebouwde kom.
  F25 F27
  (Artikel 12.8.5° van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Buiten de bebouwde kom kunnen wegwijzers F33a gebruikt worden om alleenstaande bedrijven, belangrijke industrieparken en commerciële centra op afstand aan te duiden.
  F33a
  (Artikel 12.9.1.10° van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Voor de luchthavens, klinieken, ziekenhuizen, beurs- of tentoonstellingshallen, havens, bedrijven en industrieparken of commerciële centra van minder belang, of voor alleenstaande bedrijven binnen de bebouwde kom, wordt evenwel gebruik gemaakt van de verkeersborden van het type F34a.
  F34a
  (Artikel 12.9.1.10° van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Verder bevat dit Artikel 12 van het reglement voor de wegbeheerder nog enkele bepalingen over de plaatsing van wegwijzers naar toeristische plaatsen of naar overnachtingsmogelijkheden, over de letterhoogte van voorwegwijzers die een omleiding aankondigen en van gewone omleidingswegwijzers, alles naar gelang deze binnen of buiten de bebouwde kom aangebracht worden.
  (Artikels 12.9.1.13°, 12.9.2.11°.b, 12.10, 12.11 van het reglement voor de wegbeheerder.)
  
  
• Een naderingsmarkering voor een doorlopende streep is niet verplicht in een bebouwde kom.
  
  (Artikel 14.3.2° van het reglement voor de wegbeheerder.)

Betekent een bebouwde kom meer dan je verwacht had?


(Aanpassing op 06-03-2024: Links aangepast aan nieuwe wegcode.)
_________________
Queen:
I want to ride my bicycle, I want to ride my bike.
I want to ride my bicycle, I want to ride it where I like.